In
het najaar van 2004 was ik zomaar ineens voorzitter van tennisclub Unicum, een
vereniging waar ik vanaf mijn 15e lid van ben. Vandaag draag ik die verantwoordelijkheid over. In de aanloop naar dit vertrek heb ik de film
nog eens terug gedraaid in mijn hoofd. En dan niet zozeer om vast te stellen
wat er is bereikt, dat is aan ieder om te beoordelen. Interessanter is voor mij
wat ik van deze periode heb geleerd. Ervaringen die ik meeneem naar de
toekomst, mijn toekomst. Bij het opmaken van die balans ben ik tot de conclusie
gekomen dat een vereniging een onmisbare plaats inneemt in de ontwikkeling van
ieder mens. In ieder geval in die van mij.
Winnen en verliezen
Want
een club, een sportvereniging, is een plek waar je van alles leert. Aanvankelijk
moest ik niet veel van tennis hebben. Mijn ouders en mijn zus speelden hier, ik
was zelf voetbalgek. Toen ik als
voetballer op mijn 15e begon te tennissen, veel te laat voor het
mooie natuurlijk, leerde ik in rap tempo wat verliezen op de baan betekent.
Alle leeftijdgenoten waren een klasse beter dan ik. Misschien was dat wel de
reden dat ik al snel ook mijn heil zocht naast de baan. Ik draaide op
zaterdagmiddag bardiensten, waardoor ik veel contact had met leden. Daar stak
ik altijd veel van op. Ik hoorde verhalen uit het leven van ondernemers, ik zag
de waarde van de club voor deze mensen, ik zag hoe vriendschappen tussen volwassenen
zich ontwikkelden, ik discussieerde met hen over dingen. Ik leerde dat alcohol
soms een verwoestende invloed kon hebben op iemands leven. En ik legde er
contacten die de loop van mijn leven bepaalden. Zo heb ik iets van mijn
diensttijd kunnen maken door het contact dat ik hier bij de club legde met een
marineofficier. Hij hielp mij aan een prachtige plek voor een dienstplichtige.
En later, toen ik in een economische slechte tijd moeite had om in te stromen
op de arbeidsmarkt gunde een oud-voorzitter mij de kans bij een bedrijf waar
hij net als directeur was aangesteld.
Leren
winnen en verliezen betekent ook leren omgaan met verlies. Bij deze club vierde
ik met mijn ouders hun 25 jarige bruiloft. En het was ook hier in dit clubhuis
dat ik tijdens mijn bardiensten zag hoe zeer mijn vader gehecht was aan zijn sport. Hij was eigenlijk een best
belabberde tennisser maar wel één met een goede conditie. En lange kniekousen
overigens. Maar hij genoot van elk uur op de baan en van de uurtjes naast de
baan, met zijn team aan de bar. En ik herinner me nog heel goed dat toen hij ziek werd, hij nog met glanzende
oogjes aan de bar kon zitten, te moe om nog te praten laat staan te tennissen
maar toch nog genietend van zijn sport en van zijn vrienden, de mensen bij deze
vereniging.
Samenwerken
Bij
Unicum leerde ik ook samenwerken. In het jeugdbestuur bijvoorbeeld, waar we met
leeftijdgenoten toernooien organiseerden. We leerden verantwoordelijkheid te
dragen, terwijl er ook nog ruimte was voor plezier. En in een vereniging kan
dat, ook als het soms een beetje uit de hand liep. Een ideale leeromgeving, in
ieder geval voor mij.
Later,
toen ik bestuurder werd, leerde ik hoe belangrijk het is om een goed team samen
te stellen. Om juist te zoeken naar mensen die kwaliteiten hebben die je zelf
niet bezit. Maar vooral, om te zorgen voor een klimaat waarin het met elkaar
prettig werken is.
De
onderlinge omgang met anderen. Ook een onderwerp waarin deze sportclub mij
belangrijke lessen leert. Ik heb geleerd dat voor sommigen posities er toe doen
en dat dit effect heeft op de onderlinge verstandhouding. Voor mezelf heb ik
geleerd dat een rol als voorzitter in zekere zin een wat isolerend effect had.
Ik voelde me de laatste jaren wel eens minder thuis op de club dan in de jaren
daarvoor. Ik vermoed dat verantwoordelijkheid dragen die afstand soms schept.
Zonder vrijwilligers
geen vereniging
Maar
het meeste heb ik nog wel geleerd van de vrijwilligersdimensie. In een
vrijwilligersorganisatie inspireert het plezier. Ik heb vroeger de kunst kunnen
afkijken van mensen die hun ziel en zaligheid in een vereniging leggen. Dat
stimuleert. Als bestuurder had ik de taak om die motivatie bij mensen te zoeken
en hen de ruimte te geven. Want ik heb het al vaker gezegd, zonder
vrijwilligers geen vereniging. Natuurlijk, in de toekomst zal dat veranderen.
Verenigingen zullen professioneler worden gerund, maar de kern blijft altijd de
vrijwillige inzet.
Het doorgeven
U
zult het begrijpen, voor mij is een vereniging als Unicum van onschatbare
waarde voor de samenleving. Ik heb u aan de hand van mijn verhaal willen laten
zien hoe mij dat verder brengt in mijn leven. Het maakt dat ik altijd met veel
vanzelfsprekendheid en plezier vrijwillige uren in deze vereniging heb gestopt.
En dat zal ik blijven doen, al heeft het niet meer de intensiteit van de
afgelopen jaren. Ik heb het geluk dat ik getrouwd ben met een partner die mij
altijd de ruimte heeft gegeven om energie en uren te steken in deze club. Daar
ben ik haar dankbaar voor. Mijn dochters zijn hier ook lid. Net zoals mijn
ouders er altijd waren als ik ging voetballen en later tennissen, wil ik er ook
voor hen zijn. Gewoon langs het veld, hen laten genieten van sport. En van het
verenigingsleven. Zoals ik dat ook altijd heb gedaan. Dank u!