dinsdag 11 december 2012

De waarde van een vereniging


In het najaar van 2004 was ik zomaar ineens voorzitter van tennisclub Unicum, een vereniging waar ik vanaf mijn 15e lid van ben. Vandaag draag ik die verantwoordelijkheid over. In de aanloop naar dit vertrek heb ik de film nog eens terug gedraaid in mijn hoofd. En dan niet zozeer om vast te stellen wat er is bereikt, dat is aan ieder om te beoordelen. Interessanter is voor mij wat ik van deze periode heb geleerd. Ervaringen die ik meeneem naar de toekomst, mijn toekomst. Bij het opmaken van die balans ben ik tot de conclusie gekomen dat een vereniging een onmisbare plaats inneemt in de ontwikkeling van ieder mens. In ieder geval in die van mij.

Winnen en verliezen
Want een club, een sportvereniging, is een plek waar je van alles leert. Aanvankelijk moest ik niet veel van tennis hebben. Mijn ouders en mijn zus speelden hier, ik was zelf voetbalgek.  Toen ik als voetballer op mijn 15e begon te tennissen, veel te laat voor het mooie natuurlijk, leerde ik in rap tempo wat verliezen op de baan betekent. Alle leeftijdgenoten waren een klasse beter dan ik. Misschien was dat wel de reden dat ik al snel ook mijn heil zocht naast de baan. Ik draaide op zaterdagmiddag bardiensten, waardoor ik veel contact had met leden. Daar stak ik altijd veel van op. Ik hoorde verhalen uit het leven van ondernemers, ik zag de waarde van de club voor deze mensen, ik zag hoe vriendschappen tussen volwassenen zich ontwikkelden, ik discussieerde met hen over dingen. Ik leerde dat alcohol soms een verwoestende invloed kon hebben op iemands leven. En ik legde er contacten die de loop van mijn leven bepaalden. Zo heb ik iets van mijn diensttijd kunnen maken door het contact dat ik hier bij de club legde met een marineofficier. Hij hielp mij aan een prachtige plek voor een dienstplichtige. En later, toen ik in een economische slechte tijd moeite had om in te stromen op de arbeidsmarkt gunde een oud-voorzitter mij de kans bij een bedrijf waar hij net als directeur was aangesteld.
Leren winnen en verliezen betekent ook leren omgaan met verlies. Bij deze club vierde ik met mijn ouders hun 25 jarige bruiloft. En het was ook hier in dit clubhuis dat ik tijdens mijn bardiensten zag hoe zeer mijn vader gehecht was aan zijn sport. Hij was eigenlijk een best belabberde tennisser maar wel één met een goede conditie. En lange kniekousen overigens. Maar hij genoot van elk uur op de baan en van de uurtjes naast de baan, met zijn team aan de bar. En ik herinner me nog heel goed  dat toen hij ziek werd, hij nog met glanzende oogjes aan de bar kon zitten, te moe om nog te praten laat staan te tennissen maar toch nog genietend van zijn sport en van zijn vrienden, de mensen bij deze vereniging.

Samenwerken
Bij Unicum leerde ik ook samenwerken. In het jeugdbestuur bijvoorbeeld, waar we met leeftijdgenoten toernooien organiseerden. We leerden verantwoordelijkheid te dragen, terwijl er ook nog ruimte was voor plezier. En in een vereniging kan dat, ook als het soms een beetje uit de hand liep. Een ideale leeromgeving, in ieder geval voor mij.
Later, toen ik bestuurder werd, leerde ik hoe belangrijk het is om een goed team samen te stellen. Om juist te zoeken naar mensen die kwaliteiten hebben die je zelf niet bezit. Maar vooral, om te zorgen voor een klimaat waarin het met elkaar prettig werken is.
De onderlinge omgang met anderen. Ook een onderwerp waarin deze sportclub mij belangrijke lessen leert. Ik heb geleerd dat voor sommigen posities er toe doen en dat dit effect heeft op de onderlinge verstandhouding. Voor mezelf heb ik geleerd dat een rol als voorzitter in zekere zin een wat isolerend effect had. Ik voelde me de laatste jaren wel eens minder thuis op de club dan in de jaren daarvoor. Ik vermoed dat verantwoordelijkheid dragen die afstand soms schept.

Zonder vrijwilligers geen vereniging
Maar het meeste heb ik nog wel geleerd van de vrijwilligersdimensie. In een vrijwilligersorganisatie inspireert het plezier. Ik heb vroeger de kunst kunnen afkijken van mensen die hun ziel en zaligheid in een vereniging leggen. Dat stimuleert. Als bestuurder had ik de taak om die motivatie bij mensen te zoeken en hen de ruimte te geven. Want ik heb het al vaker gezegd, zonder vrijwilligers geen vereniging. Natuurlijk, in de toekomst zal dat veranderen. Verenigingen zullen professioneler worden gerund, maar de kern blijft altijd de vrijwillige inzet.

Het doorgeven
U zult het begrijpen, voor mij is een vereniging als Unicum van onschatbare waarde voor de samenleving. Ik heb u aan de hand van mijn verhaal willen laten zien hoe mij dat verder brengt in mijn leven. Het maakt dat ik altijd met veel vanzelfsprekendheid en plezier vrijwillige uren in deze vereniging heb gestopt. En dat zal ik blijven doen, al heeft het niet meer de intensiteit van de afgelopen jaren. Ik heb het geluk dat ik getrouwd ben met een partner die mij altijd de ruimte heeft gegeven om energie en uren te steken in deze club. Daar ben ik haar dankbaar voor. Mijn dochters zijn hier ook lid. Net zoals mijn ouders er altijd waren als ik ging voetballen en later tennissen, wil ik er ook voor hen zijn. Gewoon langs het veld, hen laten genieten van sport. En van het verenigingsleven. Zoals ik dat ook altijd heb gedaan. Dank u!