Ik
moest nog. Als één van de laatsten in Nederland. En als je dan toch moet, kun
je er maar beter wat van maken. Dienstplichtig officier bij de Koninklijke
marine werd ik, 15 maanden actieve dienst. Twee maanden aan
boord van Hare Majesteit de Banckert, een fregat, vormde het hoogtepunt.
Doordeweeks oefenen op de Oost- en Noordzee, in de weekenden het nodige vertier
aan de wal.
Geregeld
schieten flarden van herinneringen uit die periode door mijn hoofd. Over de
mores van de marine (hoofddeksel opgehouden in de longroom? volgieten en
leegdrinken), over kameraadschap (whatever happens in Gotebörg, stays in
Gotebörg) en over het leven aan boord (hondenwacht, oef). Bijna twintig jaar na
dato moest ik laatst ineens denken aan een oefening, ergens tussen Gdansk en
Gotebörg.
Als
leiderschap faalt
Een
commandant die doordraait, hoe reageer je daarop als 200 koppige bemanning?
Leuke oefening, zeker als je zoals ik deze ‘mad captain’ mocht spelen. En ik
speelde hem met verve. Terwijl de rest van de bemanning deelnam in een
simulatie van een aanval door een vijandelijk konvooi, moest ik mij onzichtbaar
maken op het schip en via de verschillende omroeppunten op het schip
tegenstrijdige berichten de whalegang inslingeren. ‘ Een aanval, welnee! We
zijn op weg naar de haven mannen, nog even en we genieten van veel drank en
lekkere wijven!’ Lang hield ik het niet vol, helaas. Begon er net lekker in te
komen toen twee matrozen me inrekenden als de ‘mad captain’.
Wie
grijpt in?
Ik
denk regelmatig terug aan die oefening. Bedoeld om in te grijpen aan boord van
een oorlogsbodem als het leiderschap faalt. Een zelfcorrigerende methode, als
de formele leider doorslaat. Er een potje van maakt. Het niet meer kan
bestieren. Wanneer grijp je dan in, in plaats van ja te knikken en uit te
voeren? En wie moet dat dan doen?
Oefenen
Een
marineschip is een andere omgeving dan een kantoor. En de hiërarchie van de
krijgsmacht is onvergelijkbaar met andere publieke organisaties. Maar toch.
Menig medewerker kan verhalen over een leidinggevende die het spoor bijster
raakt. Die besluiten neemt die totaal niet meer in lijn zijn met wat er voor de
organisatie nodig is. Die een zelfbeeld heeft ontwikkeld dat volledig
tegengesteld is aan het beeld van zijn of haar medewerkers.
Nee,
ik weet het zeker. Het zou helemaal niet gek zijn als managers en medewerkers
vaker oefenden om zich voor te bereiden op een situatie met een ‘mad captain’.