maandag 23 december 2013

EVI24 - Drie chefs, negen gerechten

Als je iets nieuws start heb je mensen nodig om mee te sparren. Die je gevraagd en ongevraagd van advies voorzien, die meedenken over kansen en die uitstralen jouw initiatief een warm hart toe te dragen. Bij de lancering van Wij zijn Sport heb ik dat ook mogen ervaren. Twee oud-topsporters in het bijzonder zijn van grote waarde hierin. Ik koester hun betrokkenheid en het is goed om dat ook te laten blijken. En dus togen Jeroen Straathof en ik zondagavond naar Zandvoort. Voor een gastro-marathon. Nick Driebergen had pech, zijn werk als columnist voor de Persdienst gooide roet in het eten voor hem.

Mijn beste vriend Theor Verplancke maakte enkele jaren geleden de transfer van de muzikale naar de culinaire wereld. Hij bedenkt concepten, voert het management voor chef-koks en legt verbindingen tussen bedrijfsleven, gasten, media en restaurants. De afgelopen weken is hij druk met dit project, opgezet door Frank Schipper en Tjitze van der Dam van restaurant EVI in Zandvoort. 24 uur lang gerechten serveren door in totaal 26 chef-koks. In sessies van drie uur krijgen gasten in totaal 9 gerechten geserveerd, elk uur van een andere chefkok. De opbrengst gaat naar Serious Request. Daar wilde ik wat graag bij zijn.

Twee kaarten gekocht voor aan de dis en op naar Zandvoort dus. De rode loper was al uitgelegd, letterlijk. We hadden plaatsen in de sessie van zes tot negen uur zondagavond. In de knusse zaak aan de Zeestraat was één lange tafel gedekt waar per sessie 30 mensen kunnen aanschuiven. Terwijl de gasten van de vorige sessie achter ons het pand verlaten zoeken Jeroen en ik een tikje onwennig een plek aan de tafel. Is toch even anders dan een eigen tafeltje. En dan die camera die ons van achter in de zaak nauwlettend in de gaten houdt. We kunnen ontspannen. De mensen naast ons blijken heel aardig en voelen zich al net zo als wij. Een gesprekje om het ijs te breken doet zijn werk. De camera is voor de livestream. Let the games begin! 

Wat volgt is een prachtige verzameling gerechten, telkens opgediend door de brigade van de betreffende chef-kok en geholpen door het team van restaurant EVI. Van creaties van restaurant Vork & Mes in Hoofddorp via restaurant Chapeau! in Bloemendaal naar restaurant De Molen in Kaatsheuvel. De desserts van laatstgenoemde zijn kunstwerkjes op zich. Hier is een perfectionist aan het werk, hij heet Wouter van Laarhoven overigens. En de smaak? Die klopt ook!


Zonder de andere gerechten tekort te willen doen ben ik zwaar onder de indruk van de gerechten van Chapeau!. De gegrilde oester maakt muisstil van bewondering, de gnocchi doet je alles en iedereen om je heen vergeten en het hert is magnifiek van smaak. Toegevoegd aan de bucketlist dit restaurant!
Al met al was dit een unieke kans om op één avond van de kunsten van drie chef-koks te kunnen proeven. Drie uur later staan we weer buiten, een culinaire ervaring rijker. En met het besef dat de opbrengst helemaal naar Serious Request gaat.

De volgende sessie is alweer begonnen. Als wij om half tien naar huis rijden gaan de organisatoren nog door tot de volgende ochtend 12 uur. Het is duidelijk dat restaurant EVI hiermee een prestatie van formaat heeft afgeleverd. Net als culinair journalist Joel Broekaert overigens, die het lef had om alle gerechten live te recenseren via Twitter! Hij heeft dus 24 uur lang geproefd, hoe zal hij zich nu voelen?









dinsdag 12 november 2013

Rotterdam eert zijn helden - Bep van Klaveren Memorial 2013

'Ben je in Rotterdam geboren?' Zanger Marc Benz, prachtig rood fluweel om de schouders, laat er geen twijfel over bestaan. Rotterdamser wordt het vanavond niet, onder de rook van de Kuip. De 20e Bep van Klaveren Memorial is begonnen!  


Speld
De minuut stilte aan het begin van dit grootste amateurboksgala van Europa is indrukwekkend. Terwijl de schitterende tronie van de enige Olympische bokskampioen van Nederland ooit je vanaf twee grote schermen vorsend aankijkt kun je in de zaal van het Topsportcentrum Rotterdam een speld horen vallen. Mooi eerbetoon hoor.

Roy Korving
Ik ben hier op uitnodiging van Roy Korving, hier op de foto met oud-EK winnaar Marichelle de Jong. Een Nederlands bokstalent, gedreven op weg naar de top. Hij overweegt een crowdfunding campagne te starten op ons platform en vanavond is een goede gelegenheid om nader kennis te maken met zijn sport. Het wordt een leuke avond, onder andere dankzij Roy. Hij wint zijn partij, onderdeel van een interland tussen Nederland en Ierland. Net als zijn ploeggenoten waardoor het een klinkende overwinning wordt. 



Afwachtend maar betrokken
Een vol huis vanavond in het Topsportcentrum. Het is mijn eerste boksgala, waar naast bokspartijen ook een portie entertainment wordt voorgeschoteld. En het klopt helemaal met mijn verwachting. De knallende muziek bij opkomst, de verende touwen, de lange benen van de dames met de rondeborden, de vlinderdas van de scheids, het zuchten en steunen van de incasserende boksers. De Bep van Klaveren Memorial ís boksen. En het publiek? Dat reageert op zijn Rotterdams. Afwachtend maar wel betrokken. Hoe zeer de zanger tijdens de show ook zijn best doet, de zaal gaat niet los. Dat bewaren ze voor de bokspartijen, met gerichte aanmoedigingen voor de Nederlanders en met respect voor de tegenstanders. Het publiek komt voor het boksen. En laten we eerlijk zijn, dat is bij sportevenementen nog wel eens anders.

Tevreden rijd ik naar huis. Complimenten aan de Nederlandse ploeg voor de resultaten en voor de organisatie voor een vlekkeloos gala. Als alle bezoekers nou eens betrokken zouden raken bij de sportieve missie van Roy. Dan komt het met die crowdfunding campagne van hem ook wel goed.  

vrijdag 8 november 2013

Geven om sport, geven aan sport

Het Sociaal Cultureel Planbureau presenteerde onlangs een onderzoek naar sport en cultuur als vrijetijdsbesteding onder de gehele Nederlandse bevolking van 12 tot 80 jaar. De onderzoekers maakten een onderscheid tussen beoefening en bezoek. Ik heb het gelezen. Veel bevestiging van bestaande beelden en één zeer relevante constatering in relatie tot betrokkenheid bij sport.


Wat concluderen de onderzoekers zoal? Bijvoorbeeld dat er meer sportbeoefenaars dan cultuurbeoefenaars zijn. En dat er fors meer cultuurbezoekers dan sportbezoekers zijn. Evenveel mannen als vrouwen doen aan sport maar cultuurbeoefening is meer een zaak van vrouwen. Bij cultuurbezoek zien de onderzoekers geen verschil tussen mannen en vrouwen maar sportbezoek is veel meer een mannending.

20% van de sportende Nederlanders bezoekt ook sportwedstrijden
Tot zover geen verrassing zou ik zeggen. Sport is een meer actieve vrijetijdsbesteding dan cultuur, op die uitkomst had ik wel een weddenschap willen afsluiten. Echter, er is meer. Van de mensen die minstens 12 keer per jaar aan sport doen bezoekt 20% ook sportwedstrijden. Dat percentage is gelijk aan cultuurbeoefenaars die ook cultuur bezoeken. Persoonlijk vind ik dat een laag percentage, ik had verwacht dat veel meer sporters ook zelf sportwedstrijden zouden bezoeken. Andere onderzoekcijfers geven hier indirect wel een verklaring voor. Betrokkenheid bij sport komt vooral tot uiting via de media (72%). Onder media wordt hier verstaan televisie, kranten, radio en internet.

Geld geven is bij cultuur heel normaal
Ergens in een hoekje van het onderzoek komt het voor mij meest interessante item naar voren. Bij 21% van de Nederlanders komt de betrokkenheid bij cultuur tot uiting door een donatie. Geld geven voor cultuur is heel normaal, zo blijkt uit dat cijfer. En de sport ondersteunen met een geldelijke bijdrage? Het onderzoek vermeldt hier niet eens een percentage van. Betrokkenheid bij sport komt tot uiting via de media (passief) en via vrijwilligerswerk (actief). En nog helemaal niet via het zelf doneren aan sport.

Geven om sport = Geven aan sport
Dat laatste gaat de komende jaren veranderen, zo is mijn stellige overtuiging. Niet voor niets zijn wij een platform gestart waar je als sportliefhebber echt iets kunt met je betrokkenheid bij sport. Het zou goed zijn als dit onderzoek tot overheidsbeleid leidt om deze manier van participatie in de sport verder te stimuleren. Geven om sport betekent ook geven aan sport. Dat besef kan veel meer worden aangewakkerd onder Nederlanders en de overheid heeft daar een rol in. Verder wordt het zaak om de mogelijke vormen van betrokkenheid verder te bevorderen. Denk aan regelgeving omtrent crowdfunding, stimuleringsregelingen en het bevorderen van samenwerking binnen de sector.



woensdag 4 september 2013

Als de sport een beetje meer op Wij zijn Sport gaat lijken

Altijd een mooi moment. De euforie die je ervaart als iemand precies de kern verwoordt. Als hij of zij het punt maakt waar je zelf altijd teveel woorden voor nodig hebt. Zo'n moment, ken je dat?

'In 5 years time we will look exactly the same but the rest of the world will look a lot more like Kickstarter'. In een reportage van het Amerikaanse NBC zet Kickstarter mede-oprichter Yancy Strickler het in één zin neer. Als de presentatrice hem vraagt ( op 2:50 in het filmpje) waar zijn organisatie over 5 jaar staat komt hij met dit antwoord. Briljant. Beter kun je een innovatie niet typeren. 

Kickstarter, voor wie het nog niet kent, is marktleider in crowdfunding. Via hun platform is er inmiddels door de 'crowd' geïnvesteerd in talloze creatieve projecten. Games, boeken, producten, albums, noem maar op. Kickstarter helpt dromen transformeren naar realiteit. Veel mensen maken veel mogelijk. Voor elke droom is een 'crowd', Kickstarter helpt je deze te vinden. 

Zo maakt het Amerikaanse bedrijf sinds 4 jaar de wereld leuker. Het is duidelijk, het mechanisme van crowdfunding is 'here to stay'. En zo is het ook voor Wij zijn Sport. Pelle en ik maken crowdfunding voor topsport mogelijk omdat we overtuigd zijn dat dit het antwoord is op de vraag hoe ook in de toekomst de impact van sport wordt geborgd. Een direct, transparant en duidelijk model. Op Wij zijn Sport vinden topsporters en sportfans elkaar. Vanaf nu is het mogelijk om direct betrokken te zijn bij sportieve dromen. Als wij over 5 jaar grosso modo nog hetzelfde doen en de sportwereld om ons heen een beetje meer op Wij zijn Sport is gaan lijken dan is onze missie geslaagd!

vrijdag 17 mei 2013

Amsterdam Sevens - Rugby rules!

Als oprichter van Wij zijn Sport én als sportadept volg ik zoveel mogelijk topsport, liefst van dichtbij. Ik ben sport, dus ook rugby. Met ruim 3 miljoen spelers mondiaal een grote sport. In Nederland hebben we zo'n 9.000 rugbyers, zowel mannen als vrouwen. Een kleine sport dus hier, die een stormachtige ontwikkeling doormaakt. Dat is volledig te danken aan het vrouwenteam van de zogenaamde Sevens. Snelheid en wendbaarheid staan voorop bij deze variant, met zeven spelers op een volledig veld in plaats van de 15 bij het reguliere rugby. Een variant bovendien die in Rio 2016 Olympisch wordt.




Rugby rules
Hoogste tijd dus om een kijkje te nemen in een voor mij nieuwe wereld. De Amsterdam Sevens bieden de perfecte gelegenheid. Dit internationaal toernooi is dit jaar extra aantrekkelijk omdat het ook onderdak biedt aan één van de vier World Series die de vrouwen afwerken in de periode tussen december en mei.
Dus op naar Amsterdam. Het Nationaal Rugby Centrum is het decor. Er zijn VIP tenten voor de sponsors, achter het clubhuis van vaste bewoner AAC is een cateringplein ingericht. De vertrekken van de bond zijn omgedoopt tot zenuwcentrum van het toernooi. Rugby 'rules', zo leert mij een kijkje achter de schermen. Ruimtes vol laptops met officials en pers, een camerateam dat livestreams verzorgt en een volle Twitter timeline met #ams7s tweets uit de gehele wereld. I'm impressed!

Van stiefkindje naar lieveling
De top 10 klassering van de Nederlandse vrouwen past perfect in het focusbeleid van NOC-NSF. De afgelopen maanden is de moeder aller bonden zich intensief gaan bemoeien met een van haar voormalige stiefkindjes. Ernst & Young is vooruit geschoven als nieuwe hoofdsponsor, de sevens variant maakt een stormachtige groei door.
Dan naar het veld, waar het allemaal moet gebeuren. In hoog tempo volgen de wedstrijden elkaar op, elk team speelt drie wedstrijden in de poule. Ik kom net aan als Nederland de tweede wedstrijd begint, tegen Rusland. Een team dat zich razendsnel ontwikkelt, zo laat ik me vertellen op de hoofdtribune. Eén van de Russinnen steekt er letterlijk boven uit. Baizat Khamidova is lang en gespierd, van een afstand meen ik zelfs bakkebaarden te ontwaren. Ze is niet te stoppen voor de Nederlandsen, de thuisploeg wordt geslacht. Daarna zie ik alle teams aan mij voorbij trekken in leuke duels. Het is een stoere sport, voor stoere, snelle meiden. Tackles worden met instemming begroet door een fanatiek meelevend publiek. De reeks wedstrijden eindigt met een monsterzege van (alweer) Rusland tegen China. Vlak daarvoor worden de Nederlandse dames ook verslagen door Nieuw Zeeland, de nummer 1 van de wereld. Ik vermaak me uitstekend, ondanks de tegenvallende prestaties van Nederland.

Hoog bezoek
En niet alleen ik, zo blijkt als ik naar mijn auto loop. De Nederlandse dames worden door verschillende media bevraagd, Tessa Veldhuis licht tegenover minister Edith Schippers de aard van haar blessure toe en NOC chef Maurits Hendriks steekt zijn licht op bij het team. Coach Gareth Gilbert klinkt berustend:'The game against Russia killed us' is zijn commentaar op bemoedigende woorden van een supporter.

Tevreden loop ik verder. Ik heb een internationaal toernooi gezien waarmee Nederland voor de dag kan komen. Van een sport waar muziek in zit. De snelheid van het spel boeit, de bonte verzameling teams van alle continenten geven die typische toernooi sfeer die bij topsport hoort. Al die aandacht voor deze nog jonge variant van het rugby, ik begrijp het wel.

dinsdag 14 mei 2013

Column op SportknowhowXL - Sportbonden en Twitter

Op uitnodiging van hoofdredacteur Peter Hopstaken schreef ik voor het sport informatieplatform SportknowhowXL een blog over de inzet van sociale media door sportbonden. Mijn conclusie is dat het interactieve karakter van Twitter veel te weinig wordt benut door sportbonden. Terwijl het juist een krachtig instrument is om de achterban veel meer te betrekken. Lees het hier.




woensdag 13 maart 2013

Alles moet kloppen



‘Deze planeet, er is er maar één van, we hebben niks anders.’ Met één eenvoudige zin bracht astronaut André Kuipers de discussie over duurzaamheid terug tot de kern. De man die meerdere keren per dag ons aardse bestaan in zijn geheel aan zich voorbij zag trekken. Die de unieke ervaring beleefde tijdelijk geen onderdeel te zijn van deze aarde. Die letterlijk boven de materie hing. ‘Als je hier op aarde de zee ervaart, lijkt het een onuitputtelijke bron. Maar als je vanuit de ruimte ziet hoeveel lichtjes er dagelijks de zeeën afstruinen naar vis besef je dat we zuinig moeten zijn op deze planeet. Er is er maar één van.’

Kuipers was één van de drie eregasten van het TopsportCommunity diner afgelopen maandagavond in Amsterdam. Zijn verhaal, vakkundig begeleid door Humberto Tan (wat is die man een verademing als interviewer!), is een spannend jongensboek. Voeg daarbij de bescheidenheid van Epke Zonderland (‘Soms besef ik me nog altijd niet welke prestatie ik heb geleverd’) en de ondernemersgeest van Jumbo retailer Frits van Eerd ('Ooit droomde ik van 50 winkels, inmiddels zijn het er 600’) en het mag duidelijk zijn dat de Topsport Community haar genodigden maandagavond een unieke cocktail van inspiratie voorschotelde. De impact was voelbaar, in de zaal en later in de onderlinge gesprekken. Ik weet zeker dat een ieder aan het einde van de avond danig onder de indruk en vol energie de schitterende ambiance van het Conservatorium hotel verliet.

En dat is precies wat Pieter van den Hoogenband met zijn Topsport Community voor ogen heeft als je het mij vraagt. Of zoals hij het zelf in zijn inleiding verwoordde: ‘Met deze community wil ik leiders uit de topsport, het bedrijfsleven, de wetenschap en de kunst bij elkaar brengen om kennis te delen en hen inspiratie uit onverwachte hoek te bezorgen.’ Afgaande op de reacties van de gasten afgelopen maandagavond is dat hem volledig gelukt. Alles klopte deze avond, geheel in zijn traditie van topprestaties. Op de site van de Topsport Community is een uitgebreid verslag opgenomen van deze unieke avond. Ik ben dankbaar dat ik er bij mocht zijn.

donderdag 28 februari 2013

Zzitymarketing - Zoek de verbinding!


Leiden maakt werk van zijn merk. Leiden Marketing zet stevig in om de musea van de stad op de kaart te zetten. Geen half werk, gezien de landelijke campagne in Volkskrant en NRC. Goed nieuws voor de stad. Een voorbeeld van een campagne uit het boekje. En daarmee ook een saai en weinig vernieuwend of verbindend voorbeeld. In Rotterdam laten ze zien dat er ook andere, meer in het oog springende alternatieven zijn. Daar is de driehoek sport, bedrijfsleven en recreatie een verbintenis aangegaan. Het leidt tot een campagne die door het grote publiek zeer goed is gewaardeerd. Voor ik dat wat nader op inga even terug naar Leiden.



Museumstad
Onder de bezielende leiding van oud-bestuurslid en tegenwoordig directeur Martijn Bulthuis startten de citymarketeers dus een campagne voor de Leidse musea. Acht weken lang promotie van Leiden als museumstad, in zowel online als offline media. Een kraslot actie die overal in Nederland is verspreid onder cultuurliefhebbers. Per week staat één van de musea in de belangstelling en worden er via de Volkskrant toegangskaarten weg gegeven.
Een stevige campagne, met gelikt materiaal in de leidende kranten van Nederland. Gedegen citymarketing, gericht op cultureel bewuste doelgroepen om ook eens de Leidse parels op cultuur gebied te komen ontdekken.
Wat wordt de impact van deze campagne? Leiden Marketing zal ongetwijfeld nagedacht hebben over de manier waarop ze dat gaan monitoren. En het zal zichzelf ongetwijfeld doelen hebben gesteld als het gaat om bezoekersaantallen en hotelovernachtingen. Later dit jaar zullen we het weten.

Publiekstrekkers werken samen
Deze voor Leidse begrippen grootse aanpak werkt ongetwijfeld positief voor het merk Leiden. Maar er is meer mogelijk. Ik wil bij deze graag een kans presenteren om nog meer impact te maken, aan de hand van een Rotterdams voorbeeld. De hoofdsponsor van Feyenoord besloot onlangs om het laatste half jaar van hun sponsoring de plek op het shirt van de club vrij te geven aan één van de andere publiekstrekkers van de stad, Diergaarde Blijdorp. 


Gesteund door een slimme sociale media strategie (#feyblij) en diverse video’s doet deze campagne het fantastisch. Het mes snijdt bovendien aan twee kanten zoals je in dit blog kunt lezen. De driehoek sport, bedrijfsleven en recreatie zet hier een innovatieve, verbindende campagne neer waar door veel marketeers met enige jaloezie naar zal worden gekeken.


Zoek de verbinding
Natuurlijk, Rotterdam is geen Leiden. Er zijn hier geen landelijke voetbalclubs of dierentuinen. Maar wel eredivisiebasketbal, waterpolotop en landelijke sportevenementen als de marathon en de Gouden Spike die regelmatig de landelijke media halen. En musea als Naturalis, Boerhaave en Corpus. En lokaal sterk gewortelde sponsors als Achmea en Zorg en Zekerheid. En een creatieve sector. Ook in Leiden kun je in de driehoek sport, bedrijfsleven en cultuur een blikvangende campagne opzetten die voor alle betrokkenen winst oplevert. En los van de landelijke bekendheid bereik je daarmee ook de Leidenaren die nog nauwelijks in aanraking zijn gekomen met de ontdekkingen in de eigen stad. Benieuwd wie dit oppakt.

vrijdag 1 februari 2013

Twitter is weer eens sneller dan het licht


Consternatie op de tribunes woensdagavond in de 5 meihal, thuishaven van eredivisiebasketbalclub Zorg en Zekerheid Leiden. Dat had niet zozeer te maken met het plichtmatige spel van Leiden als wel met een Twitter bericht van een paar uur vóór de wedstrijd. De impact van sociale media, ook voelbaar in de sport. Onderstaand voorbeeld onderstreept het nog maar eens. Een reconstructie.

Buzz
Gideon van der Hijden runt de nieuwssite Basketballplus. Hij zit bovenop het nieuws, dat werd woensdag wel duidelijk. Op de site van Omaha Blue Jays, een collegeteam uit Nebraska, had hij opgepikt dat Antoine Young op weg is naar Nederland. Het artikel vermeldde niet naar welke club maar Gideon is dermate ingevoerd in basketballend Nederland dat de conclusie snel was getrokken. Zorg en Zekerheid Leiden gaat een nieuwe point guard in de selectie opnemen.
Basketballplus zet het nieuwtje op de site en slingert een tweet de timeline in. Het zorgt bij de insiders en fans van Leiden voor een buzz. Voorzitter Marcel Verburg wordt direct gevraagd om een reactie, spelers beginnen coach Van Helfteren om een uitleg te vragen. Verburg:“Ik sta er van te kijken waar al die verhalen vandaan komen.” Welkom in de wondere wereld van sociale media. Voor één van de spelers, de huidige point guard Tony Gallo, is het allemaal ongetwijfeld erg ongemakkelijk. Na een goede start in Leiden heeft zijn spel de laatste maanden alle glans verloren. Hij is zichtbaar ongelukkig binnen en buiten het veld. Al langer reden voor speculatie overigens over een mogelijk vertrek.

Van online naar offline
De digitale buzz slaat die avond over op de tribunes van de 5 mei hal, waar Leiden een bekerwedstrijd speelt tegen Den Helder. Vlak voor aanvang komt één van de vrijwilligers van de club de zaal in lopen met een donkere jongeman aan haar zijde. Sommige fans schieten elkaar aan. Is dat hem soms? Is dat de man waar Basketballplus vanmiddag al over tweette? Van diverse plaatsen op de tribune gaan schalkse blikken in de richting van de eenzame toeschouwer. De foto van de Omaha college site wordt van een afstandje vergeleken met de bezoeker. Is het hem nou wel of niet? Bestuurders zijn er na de wedstrijd stellig over. Nee, op dit moment is het niet zo dat Gallo wordt vervangen en nee, er is geen overeenkomst met Antoine Young. In de plaatselijke ochtendkrant moppert coach Van Helfteren de volgende dag nog wat na. “Ik weet van niets. Dit is waarom ik zo’n bloedhekel heb aan sociale media.”

Hij komt
Later op de dag volgt de bevestiging. Voor Antoine Young wordt zo snel mogelijk een werkvergunning aangevraagd. Hij voegt zich tot het einde van het seizoen  bij de selectie van Zorg en Zekerheid Leiden. Als Young in het veld net zo snel is als zijn entree bij Leiden bekend werd gaan team en fans nog veel plezier aan hem beleven. En die man op de tribune? Die kwam waarschijnlijk gewoon lekker basketball kijken.

donderdag 3 januari 2013

Sportlab - co-creatie in de sport



Op Oudjaarsdag publiceerde het Leidsch Dagblad een interview met mij, ter gelegenheid van mijn afscheid als voorzitter van TC Unicum. Uit een geanimeerd gesprek ( ik spring in mijn enthousiasme nogal eens van de hak op de tak) destilleerde chef sportredactie Gert-Jan van Geen een lezenswaardig artikel. Strekking? Laten we in Leiden op zoek gaan naar nieuwe manieren van samenwerking om de sport in (Groot) Leiden meer impact voor deze regio en voor haar inwoners te laten hebben.

Stadslab - een vorm van co-creatie
Ik trok in het interview de parallel met het Stadslab dat in Leiden nu al enkele jaren innovatie projecten ontwikkelt. Een manier van samenwerken tussen allerlei creatieve geesten die denken en doen combineren. Als we het met een modewoord zouden moeten duiden spreken we van co-creatie.
Een samenwerking waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en op het beoogde resultaat. Dialoog, draagvlak en daadkracht zijn kenmerkend voor deze manier van samenwerken. Een creatief én gestructureerd proces, vaak ondersteund door sociale media, dat bijdraagt aan het realiseren van veranderingen.

Sport versterkt leefkwaliteit
Het stadslab boekt resultaten voor Leiden. Zie bijvoorbeeld het Singelpark, dat landelijk de aandacht trok. Zo'n netwerk van vrijwilligers bewijst dus zijn maatschappelijke waarde. Zoals ik ook aan Gert-Jan vertelde tijdens het interview ben ik er van overtuigd dat dit ook in de sport mogelijk is. Die behoefte is er. De leefkwaliteit van Leiden (en regio) wordt verhoogd door sport een zichtbare en duurzame bijdrage te laten leveren. En een samenwerking die is gefundeerd op de principes van co-creatie gaat daar zeker aan bijdragen.

Structuur volgt strategie
Naar aanleiding van het LD artikel ontving ik veel positieve reacties. Er zijn ook mensen die wijzen op de bestaande structuren in de sport. We hebben toch een Leidse Sport Federatie (LSF), moeten zij dit niet oppakken? Goede vraag. Nee, ben ik dan geneigd om te antwoorden. Als we doen wat we deden, krijgen we wat we kregen. De structuur en inrichting van de LSF is niet gebaseerd op principes van co-creatie. De LSF is, zoals ze het zelf zegt, een adviesorgaan voor het Leidse college. Een juridisch gedefinieerde rol, waar zij ook enige subsidie voor ontvangt.

Sportlab
Een adviesorgaan voor het college dat de belangen van sportverenigingen en sportkoepels behartigt, dat is niet wat ik met het sportlab beoog. Wat dan wel? Een netwerk van creatieve, sportieve geesten (denkers én doeners!) bij elkaar brengen om ideeën ontwikkelen en die om te zetten in projecten. Sportliefhebbers mobiliseren, niet noodzakelijkerwijs sportbestuurders. Een netwerk creëren dat niet stopt bij de gemeentegrens van Leiden. Want sport, en zeker sportvoorzieningen, hebben een regiofunctie. Een sportlab dat nadrukkelijk wordt ondersteund door partners. Denk aan ondernemers en ondernemersverenigingen met hart voor de sport, aan gemeentes, Holland-Rijnland en zeker ook aan de LSF.

Hoe verder?
Het idee van het sportlab is een richting. Alles moet nog worden uitgewerkt. Het is zeker ook nuttig om met het stadslab te verkennen of  een samenwerking logisch is, of juist niet. Nu ben ik net gestopt met mijn voorzitterschap van de mooiste tennisclub van Leiden, het is niet de bedoeling om de agenda meteen weer vol te doen lopen. Echter, ik heb een passie voor de sport en zeker ook voor de sport dichtbij huis. Dus als je zin hebt om mee te denken en te doen om het sportlab te creëren, laat het me weten! En deel/reageer op dit blog!